§3
Ridders: beschermers én rovers
Hertogen en graven hadden de taak om in naam van de koning een deel van het land te besturen. Ook moesten ze hun gebied beschermen tegen rovers en invalers, en de koning helpen als hij ten strijde trok. Ze werden soms geholpen door ridders op hun paard met een zwaard lans helm en schild en als bescherming een maliënkolder in de vroege middeleeuwen later een harnas die nog zwaarder was. Het onderhoud en aanschaf van het paard en uitrusting koste veel geld. Om ridder te kunnen zijn moest je voldoende inkomsten hebben. De meeste ridders behoorden tot de lage Adel. Maar ze profiteerden er voornamelijk van door te roven dat kon omdat de Koning niet genoeg gezag had.
Het kasteel:
Soms hadden ridders een eigen kasteel maar anderen woonden op een kasteel van een Edelman. In de tijd van de Moninken en Ridders waren het eigenlijk sterke hutten maar later werden het grote stenen gebouwen met een gracht. Kastelen werden gebouwd op strategische plaatsen. In het kopje Kastelen vertel ik hier meer over.
Het domein:
Een domein was landgoed van een Edelman. Maar ook kloosters hadden domeinen. Het domein werd bestuurd volgens het Hofstelsel de Horigen bewerkten het land van een heer. Ook moesten zij herendiensten verichten
Een agrarische samenleving:
Bij het domein hoorden ook weidegronden bossen en moerassen. Veel belangerijke Heren hadden meer dan een domein. De stedelijk-argrarische samenleving was verdwenen. Want nu was iedereen zelfvoorzienend oftewel een Autarkie.
Maak jouw eigen website met JouwWeb